Pangistof of katoenen bont-weef madrasruit vindt haar oorsprong in de slaventijd als kledingstuk voor zowel de mannelijke als vrouwelijke Marrons.
In eerste instantie is deze katoenen lap bedoeld om het lichaam te bedekken. Daarnaast werd met de pangi de individualiteit van de Marron benadrukt, terwijl het anderzijds het lidmaatschap van een van de zes Marronstammen in Suriname aanduidde.
De naam “pangi” is vermoedelijk een verbastering van “paantje” of “pagne”, de naam van de wikkelrok van de slavinnen uit de 18e eeuw. Het woord paantje kan ook vanuit het Portugese “pano” afgeleid kunnen zijn en in het Nederlands vertaald tot “pa(a)ntje”. (zie https://www.surinaamsmuseum.net/ned.htm)
De pangi wordt als kledingstuk gebruikt bij feesten, speciale gelegenheden of bij overlijden maar ook als communicatiemiddel om boodschappen door te geven.
Tegenwoordig wordt van pangistof (katoenen bontweef madrasruit) een grote variëteit van producten gemaakt, waaronder diverse kledingstukken, onderzetters, placemats en zakjes.